woensdag 11 juni 2008

Medisch toerisme: voor $ 210 een nieuwe kroon

Het medisch toerisme is in opkomst. Steeds meer Nederlanders worden over de grens geholpen: in Duitsland of in Belgie. Amerikanen zoeken het vaak verder weg: zorgaanbieders in India, Thailand, Singapore en Nieuw-Zeeland bieden interessante arrangementen aan. The website YourMedicalTravel speelt hierop in met tips om medische zorg voor minder geld te krijgen.
Volgens deze website kost een bypassoperatie in de VS $ 130.000, terwijl je in Thailand al voor $ 11.000 en in India voor $ 10.000 klaar bent.
Een nieuwe heup in de VS kost $ 43.000, maar in Singapore $ 12.000 en in India $ 9.000. En in India wordt een baarmoeder voor $ 3.000 eruit gehaald, terwijl je daarvoor in de VS 20.000 kwijt bent.
Ook kleine ‘ongemakken’, zoals borstverkleiningen worden in India en Thailand voor minder dan de helft van de kosten uitgevoerd. En dan hebben we natuurlijk nog het werk van de tandarts. Een nieuwe kroon wordt in de VS voor $ 1.500 geleverd; in Costa Rica slechts voor $ 330 en in Mexico voor $ 210. Voor een brug ben je in de VS $ 1.800 kwijt; in Hongarije slechts $ 360. Dit begint voor Europeanen ook interessant te worden. Nu de Nederlandse website nog.

woensdag 21 mei 2008

Artsen met sterren

Vooral in de VS zijn er nogal wat websites waar patiënten hun arts een waardering kunnen geven. Ging het aanvankelijk om hotels, restaurants, loodgieters, enz., enkele jaren gelden om ziekenhuizen en nu zijn artsen aan de beurt. De websites waar deze waarderingen verzameld en getoond worden, lopen uiteen van HealthGrades, RateMDs.com en Vitals.com, tot DrScore.com en Angie’s List.

De meningen over de zin van deze websites lopen uiteen. Er zijn mensen die vinden dat deze websites de positie van de patiënt versterken, anderen zijn hier minder of niet van overtuigd. Volgens deze laatsten veranderen echt slechte artsen hierdoor niet, maar erger vinden zij het dat wanneer goede artsen een paar keer onterecht een slechte waardering krijgen, zij hiervan nadelige gevolgen ondervinden, bijvoorbeeld doordat hun klandizie hierdoor terugloopt.
Op zich kan het de arts helpen wanneer hij feedback van de patient krijgt, maar of dit de juiste manier is .......

woensdag 14 mei 2008

Bevorderen MS en Google het gebruik van ePHR's?

Elektronische persoonlijke gezondheidsdossiers (Personal Health Records, ePHR's) zijn in opkomst. Verwacht wordt dat de activiteiten van Microsoft en Google op dit gebied het gebruik van dit soort toepassingen zal stimuleren. De Amerikaanse Healthcare Information and Management Systems Society hield vorige maand onder 675 gezondheidszorg IT-professionals een onderzoek over ePHR's.

Zoals verwacht mag worden vond 92% van hen dat de patient zelf de eigenaar van zijn gegevens zou moeten zijn. Privacy en beveiligingsproblemen worden als het belangrijkste obstakel voor toepassing gezien (49% van de ondervraagden). Daarnaast zag 24% het feit dat artsen geen elektronische medische dossiers gebruiken als een belangrijk obstakel.

76% van de ondervraagden was van mening dat een ePHR pas echt zin heeft wanneer het geintegreerd wordt met het elektronisch medisch dossier van de arts.
Bijna de helft van de ondervraagden denkt dat het verschijnen van Microsoft en Google op de ePHR-markt de adoptie van ePHR's zal versnellen; 39% denkt dat dit nauwelijks of geen invloed op de adoptie zal hebben.

Op dit "A4-tje" zijn alle resultaten van het onderzoek te vinden.

donderdag 8 mei 2008

Ook 50-plussers zoeken naar gezondheidsinformatie

In zijn weblog schrijft Martijn Hulst over het onderwerp Ook 62-plussers zoeken naar gezondheidsinformatie. Hij haalt daarbij een Amerikaans onderzoek van Focalyst en een artikel in eMarketer aan. Hierin wordt verwezen naar de situatie in de VS. Voor dit onderwerp hoeven we echter niet zo ver van huis. Ook in Nederland is hiernaar onderzoek gedaan, onder meer door Flycatcher in opdracht van de RVZ. Hierbij is aan een steekproef van 2080 personen gevraagd: "Hoe vaak heeft u het afgelopen JAAR internet geraadpleegd met vragen over gezondheid en/of gezondheidszorg?". De antwoorden van drie leeftijdsgroepen zijn geanalyseerd. Onder 50-plussers is het percentage dat “NOOIT” antwoordt significant hoger dan dat van 50-minners.
Wanneer we echter kijken naar de antwoorden op de vraag: "Hoe vaak heeft u de afgelopen MAAND internet geraadpleegd met vragen over gezondheid en/of gezondheidszorg?" dan zijn er geen significante verschillen tussen de drie leeftijdsgroepen. De 50-plussers werken ook in Nederland hun achterstand dus weg.
Overigens zoekt meer dan 40% van alle internetgebruikers in Nederland in een maand een of meerdere keren naar informatie over gezondheid of gezondheidszorg.

Hebben gegevens over de kwaliteit van ziekenhuizen invloed?

Volgens de Atlanta Journal-Constitution is het een illusie te denken dat er grote veranderingen binnen de zorg zullen plaatsvinden doordat grote groepen goed geïnformeerde patiënten weloverwogen keuzen gaan maken op grond van de informatie over de kwaliteit van ziekenhuizen.
In de meeste gevallen is het nog altijd de verwijzende arts die bij deze keuze de doorslag geeft. En in de toekomst zal waarschijnlijk de zorgverzekeraar een belangrijkere rol bij deze keuze krijgen. Denk bijvoorbeeld aan CZ die patiënten met nierstenen het eigen risico niet in rekening brengt wanneer zij zich in het Erasmus MC hiervoor laten behandelen.

Gegevens over de kwaliteit van de verleende zorg zullen de discussie tussen verwijzende arts en patiënt beïnvloeden. Daarnaast zijn het vooral de zorgaanbieders zelf die op deze gegevens zullen reageren door hun dienstverlening te verbeteren. Zorgaanbieders houden er immers niet van om in kwaliteitslijstjes onderaan te staan.

dinsdag 6 mei 2008

Sociaal netwerken over verkeerde diagnosestelling

Patiënten die ervaringen over verkeerde diagnosestelling willen uitwisselen, kunnen tegenwoordig terecht op YourMisdiagnosis.com, zo bericht Healthcare IT News. Daar kunnen ze ook vertellen over de impact die zo’n fout heeft op henzelf en hun gezin. Dit helpt hen met het omgaan met deze fouten. Overigens mogen ze daarbij anoniem blijven, als ze dat willen.
De verantwoordelijke voor de site, het Amerikaanse Premerus, zegt hiermee tevens aandacht te vragen voor het feit dat er nogal eens foute diagnoses gesteld worden. Volgens het bedrijf Premerus dat ondersteuning biedt om de diagnosestelling te verbeteren, is het aantal fouten de laatste 20 jaar niet veel veranderd, ondanks het feit dat er geavanceerde diagnostische technieken beschikbaar gekomen zijn. Telemedicine kan hierin verbetering brengen wanneer artsen hulp op afstand zoeken bij (super)specialisten, bijvoorbeeld voor het beoordelen van een MRI-scan.

zondag 4 mei 2008

Weinig vertrouwen in informatie over kwaliteit van zorg

Zorgconsumenten maken vaak gebruik van internet om naar informatie over ziekten en behandelingen te zoeken. Onderzoek door Metavante wijst uit dat zorgconsumenten in 80% van de gevallen vertrouwen hebben in dit type informatie. In gegevens over de kwaliteit van zorg hebben zij echter veel minder vertrouwen. Dergelijke informatie vertrouwen ze slechts in 40% van de gevallen. De reden hiervoor is mogelijk terug te voeren op het feit dat gegevens over ziekten en behandelingen al veel langer op te vragen zijn dan gegevens over kwaliteit. Toch kan informatie over de kwaliteit van zorg een belangrijke rol gaan spelen en de keuzen van zorgconsumenten gaan beinvloeden. De aanbieders van dit type informatie moeten er dan wel voor zorgen dat zij gegevens van een hoog niveau leveren en deze gegevens ook als zodanig erkend worden.

donderdag 1 mei 2008

Farma industrie speelt weinig in op Web 2.0

Uit onderzoek van eMarketer blijkt dat farmaceutische bedrijven mogelijkheden onbenut laten om zorgconsumenten aan zich te binden. Tot nu toe beperkt deze industrie zich hoofdzakelijk tot Web 1.0 activiteiten als het om online reclame gaat.
Zorgconsumenten maken steeds meer gebruik van interactieve toepassingen. Hierop speelt de industrie met mondjesmaat in.
eMarketer verwacht niettemin dat de bestedingen aan online marketing van de farmaceutische industrie zullen toenemen van 975 miljoen dollar in 2007 tot maar liefst 2,2 miljard dollar in 2011.
In het verleden waren farmaceutische bedrijven creatief in hun marketing, maar op online gebied lijken deze bedrijven de ontwikkelingen niet te kunnen bijbenen.

woensdag 30 april 2008

Apotheken of politieke partijen?

Ondanks de soms schrikbarende verhalen in de media - hartchirurgie Radboud, onbetrouwbare medicatiebewaking, wantoestanden in verpleeghuizen, enz. – doet de zorg het zo gek nog niet als het om betrouwbaarheid gaat. In het Pharmaceutisch Weekblad Nr. 17 van deze week doen Van Rijen en Ottes verslag van een onderzoek onder internetgebruikers. Eén van de vragen betreft de mate waarin de internetgebruiker organisaties als banken, energiebedrijven, kabelaars, onderwijsinstellingen en ziekenhuizen betrouwbaar acht.
Maar liefst drie typen organisaties in de zorg worden het meest betrouwbaar geacht: apotheken, huisartsenpraktijken en ziekenhuizen. Hierna komen politie, banken, notarissen en onderwijsinstellingen. Het minst betrouwbaar zijn volgens de ondervraagden: autodealers, huizenmakelaars en ….. politieke partijen.

dinsdag 29 april 2008

Medicatiebewaking liever in eigen hand?

Op 28 april publiceerde de Inspectie voor de Gezondheidszorg een verontrustende circulaire, waarin wordt medegedeeld dat de elektronische gegevensverwerking in en tussen apotheken op dit moment onbetrouwbaar is. Het gaat hier om het niet optreden van medicatiebewakingsignalen bij bijvoorbeeld allergie, contraindicaties, interacties en (pseudo) dubbelmedicatie. En daarnaast om het ontbreken van patiëntbestanden in de dienstapotheek terwijl deze wel aanwezig zijn in de elektronisch gekoppelde zogenoemde bronapotheek. De IGZ spreekt in dit verband van "schijnveiligheid omdat bij apothekers bovenstaande problematiek niet of onvoldoende bekend is. Juist doordat veelal wel medicatiebewakingsignalen worden gegenereerd lijkt het alsof de software doet wat het behoort te doen".

In het NOS-journaal adviseerde de voorzitter van de KNMP patiënten om zo veel mogelijk van één apotheek gebruik te maken, ook al is het soms praktischer om van of naar het werk bij de dichtstbijzijnde apotheek geneesmiddelen af te halen. Afhalen bij één apotheek houdt in dat alle gegevens dan in één computersysteem zitten. Hierdoor kan de medicatiebewaking beter worden uitgevoerd.

Voor patiënten is er echter een andere oplossing die niet genoemd is, namelijk de ‘doe het zelf’-variant. Via internet zijn legio hulpmiddelen beschikbaar, de zogeheten Drug Interaction Checkers. Voorbeelden zijn:
- Medscape Drug Interaction Checker (registratie vereist>
- Discovery Health Drug Interaction Checker
- Drugs.com Drug Interaction Checker
Eén van de betere die nog in beta-versie verkeert, is PharmaSurveyor

Bijkomend voordeel is dat hiermee ook interacties, bijwerkingen, e.d. van geneesmiddelen bewaakt kunnen worden die niet bij een en dezelfde apotheek zijn afgehaald. En ook middelen, waarvan de apotheek helemaal geen weet kan hebben, zoals bekende, bij de drogist verkrijgbare, middelen als ibuprofen (Brufen) en aspirine (die interactie met andere geneesmiddelen vertonen) worden zo in de medicatiebewaking meegenomen.

maandag 28 april 2008

De moderne denktank

American Public Media had een aardig idee over de vraag: "Hoe moet het verder met het Amerikaanse zorgsysteem"; immers het gaat er niet zo goed: het zorgsysteem soepeert zo'n 15% van het BNP op, er zijn miljoenen onverzekerden, enz. Het idee is de burger erbij betrekken via de Health Care Idea Generator. Zo kunnen burgers online hun ideeën en oplossingen voor het problem van hun zorgsysteem aandragen.
Idea_generator



Een soort interactieve denktank voor de hele bevolking dus. Je kunt aangeven in welke hoedanigheid je meedenkt: als zorgaanbieder, zorgverzekeraar, verzekerde, onverzekerde of als werkgever. Eigenlijk maakt dit niet uit, als het maar beter wordt.

zaterdag 26 april 2008

Wetsontwerp op EPD naar Tweede Kamer

Gisteren is door de ministerraad besloten om de wet gebruik burgerservicenummer (BSN) in de zorg te wijzigen, ofwel in gewoon Nederlands: er komt een wet op het EPD. Hierin wordt geregeld hoe medische gegevens van patiënten tussen zorgverleners uitgewisseld moeten worden. Voorlopig zal dit alleen om medicatiegegevens gaan en mogelijk ook om patiëntgegevens voor het onderling waarnemen door huisartsen. Het is belangrijk dat zorgverleners over de medicatiegegevens van een patiënt beschikken, aangezien momenteel sprake is van ongeveer 19.000 vermijdbare opnames in ziekenhuizen per jaar als gevolg van medicatiefouten.

De nieuwe wet verplicht zorgaanbieders zich aan te sluiten op een Landelijk Schakelpunt (LSP). Het LSP bevat onder meer de landelijke verwijsindex, die een overzicht geeft welke zorgaanbieder over patiëntgegevens beschikt en een behandelrelatie met de patiënt heeft. Via dit LSP kunnen de medische gegevens door de ene zorgaanbieder bij de andere worden opgevraagd, maar alleen door beroepsbeoefenaren - zoals bepaald in de wet BIG - met een behandelrelatie. De patiënt krijgt zelf ook inzage in zijn gegevens.

Dit wetsontwerp dat nog door de Kamer behandeld moet worden, zal zeker tot discussie leiden. De vraag is of deze technisch gekozen oplossing, die gestoeld is op de uitwisseling van berichten - een vervolg op het EDI-tijdperk - nog wel van deze tijd is. Verder gaat het inzage geven aan de patiënt veel minder ver dan de huidige ontwikkelingen die onder meer door Google Health, Microsoft Health Vault en Revolution Health in gang zijn gezet. Zonder aan de goede bedoelingen van dit wetsvoorstel te twijfelen, is de vraag: past dit wetsvoorstel nog wel in het Health 2.0 tijdperk?

vrijdag 25 april 2008

Health Care Meets Online Social Media

Steeds meer zorgconsumenten zoeken via internet informatie over gezondheid en zorg. Daarnaast is het web een platform voor zorgconsumenten geworden die kennis en ervaringen delen en zelf informatie genereren die relevant is voor andere zorgconsumenten. Dit uit zich in het ontstaan van online communities, video’s, zorgwiki’s, medblogs, enz. Daarmee heeft het web zich ontwikkeld van louter informatievergaring (web 1.0 / health 1.0) tot web 2.0 / health 2.0.
Deze ontwikkelingen staan keurig beschreven in het rapport The Wisdom of Patients: Health Care Meets Online Social Media van de California HealthCare Foundation. Deze ontwikkelingen gaan zo snel dat vele bedrijfjes bezig zijn om nieuwe diensten te ontwikkelen die inspelen op de behoeften van zorgconsumenten. Chronische patiënten zoeken niet alleen (emotionele) ondersteuning, maar proberen ook zo veel mogelijk relevante medische kennis in online communities op te doen. Het CHCF-rapport is voorzien van vele voorbeelden van health 2.0 websites, zorgwiki’s, zorgblogs, zorgpodcasts, en zorgvideo-sharingsites.

donderdag 24 april 2008

Patient empowerment in Kenia

Volgens Dr Joseph Kosgey als arts verbonden aan het Aga Khan Ziekenhuis in Nairobi (Kenia) zijn er twee typen patiënten. Sommigen gaan alleen naar hun arts om een recept te krijgen, omdat ze via internet weten wat ze onder de leden hebben; anderen gaan na de door de arts gestelde diagnose via internet nazoeken wat de arts gediagnosticeerd heeft.
Terwijl in het verleden patiënten blindelings afgingen op hetgeen de arts vertelde, blijken de huidige patiënten moeilijker in de omgang. Dit komt door de grote hoeveelheid informatie die ze via internet krijgen. Probleem is wel dat het voor patiënten niet altijd mee valt om de goede diagnose te stellen. Symptomen van verschillende ziekten zoals Malaria en tuberculose lijken nogal op elkaar. Laboratoriumonderzoek is dan nodig om de juiste diagnose te kunnen stellen. Volgens de Business Daily Africa voelen sommige artsen zich gedwongen om cursussen te nemen, omdat hun patiënten beter op de hoogte lijken te zijn dan zij zelf.
Wie denkt dat Kenia achter loopt qua patient empowerment heeft het mooi mis.

VS-artsen hebben nog weinig trek om met hun patiënten te e-mailen

Dit schrijft de Washington Post. Minder dan eenderde van de artsen e-mailed met hun patiënten, ook al leidt dit tot 7 - 10% minder bezoeken volgens een onderzoek van Kaiser Permanente, gepubliceerd in de
American Journal of Managed Care.
Bedenkingen van artsen tegen e-mailen met patiënten zijn: het vergroot de werklast (hetgeen wordt weersproken door artsen die dit wel doen), de financiële vergoeding ontbreekt of is onvoldoende, de bescherming van de privacy van de patiënt kan in het geding zijn en het kan leiden tot aansprakelijkheidskwesties wanneer men niet tijdig op een e-mail zou reageren.

Blijkbaar zijn de bedenkingen van Nederlandse artsen nog groter dan die van hun Amerikaanse collega's. Eind 2006 e-mailde minder dan 10% van de Nederlandse huisartsen met hun patiënten, zo bleek uit onderzoek van de universiteit Twente.

woensdag 16 april 2008

Internet en zorg

Onlangs organiseerde de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg een conferentie over Internet en zorg.
Martijn Hulst wist in zijn presentatie de verworvenheden van health 2.0 in klare taal neer te zetten. Hij betoogde dat niet alleen de informatie achterstand die de zorgconsumenten op de professionals hebben, wordt ingelopen, maar ook dat de zorgconsumenten nu de dienst kunnen gaan uitmaken. De machtsverdeling binnen de driehoek: zorgaanbieder, zorgverzekeraar en zorgconsument (waarvan de laatste tot op heden de zwakste partij is) zal veranderen en in de toekomst zullen de zorgconsumenten uitmaken welke rol de overheid nog gegund wordt. Een nogal revolutionaire gedachte, die zo op het eerste oog niet door alle aanwezigen gedeeld werd, maar waartegen ook niet ogenblikkelijk fervent stelling genomen werd.
John Paap van Zorgveiling.nl illustreerde de interactieve veiling van zorgproducten onder aanbieders. De kosten blijken met deze aanpak met zo’n 2-8% verminderd te worden, zonder dat dit een nadelig effect op de klanttevredenheid heeft.
De aansluitende discussie was meer dan levendig. Robert Mol durfde het aan om te beweren dat de helft van de zaal het verhaal van Martijn Hulst niet begrepen zou hebben. Het ontbreken van reacties hierop liet zijn stelling noch bewezen noch onbewezen. Verder ging een belangrijk deel van de discussie over zorg en geld, hetgeen Martijn Hulst aan het eind van de discussie deed verzuchten dat er heel wat activiteiten in de zorg anders kunnen zonder dat dit iets met geld te maken heeft. Hier had hij onmiskenbaar een punt.

Berci Mesko's Web 2.0 and Medicine

De ingewijden in health 2.0 zullen de slideshow van Berci Mesko, getiteld Web 2.0 and Medicine, wel kennen, maar voor wie dit niet het geval is:

De moeite van het bekijken waard!

Patiënten willen online meer informatie over behandelingen

Meer dan de helft van de websites van ziekenhuizen speelt onvoldoende in op de behoefte van patiënten aan informatie. Dit blijkt uit een onderzoek van MediQuest dat de websites van alle Nederlandse ziekenhuizen en een aantal ZBC's vanuit patiëntperspectief beoordeelde.

Uit het onderzoek blijkt dat patiënten meer informatie willen over de behandelingen die een ziekenhuis biedt, wie de behandelaars zijn en hoe tevreden andere patiënten zijn.
MediQuest beoordeelde de websites vanuit drie perspectieven: vanuit een patiënt met heupartrose, een man met het vermoeden van prostaatkanker en een vrouw die kampt met urine-incontinentie. Ze zijn alledrie doorverwezen via de huisarts naar een ziekenhuis voor verder onderzoek en behandeling. De patiënten willen een keuze maken voor een ziekenhuis en zich voorbereiden op het eerste consult.

Slechts 14 procent van de ziekenhuizen geeft op haar website duidelijk aan welke behandelingen er mogelijk zijn voor prostaatkanker. Voor heupartrose (30 procent) en urine-incontinentie (51 procent) gebeurt dat veel vaker. Dat komt waarschijnlijk omdat dit aandoeningen zijn waarvoor de prijzen vrij onderhandelbaar zijn en ziekenhuizen met elkaar concurreren.

Uit het onderzoek komt ook naar voren dat ziekenhuizen op hun website nog weinig rechtstreeks linken naar relevante patiëntenorganisaties. Als voorbeeld van hoe het ook kan, wijst MediQuest op het UMC Groningen. Dit ziekenhuis heeft onlangs in samenwerking met de Stichting Contactgroep Prostaatkanker (SCP) haar website sterk verbeterd.

De websites zijn beoordeeld op basis van 38 criteria die betrekking hebben op de vindbaarheid, volledigheid, toegankelijkheid, openheid en betrouwbaarheid. Alle gegevens zijn in dit spreadsheet te vinden.

‘Health care meets eBay’

The Journal of New England Technology kondigt het voornemen van de Bostonse start-up American Well om in juni met een product te komen waarmee patiënten direct online of telefonisch contact krijgen met een arts. Heel wat klantvriendelijker nog dan het e-mailen tussen patiënt en arts. Voorzien wordt in faciliteiten als instant messaging, webconferencing en digital phones voor het contact tussen patiënt en arts. Gaat dit initiatief in Nederland navolging krijgen?

woensdag 9 april 2008

Betere ervaringen met online communities dan met de huisarts

Guido Angena deed bij Dialogic een afstudeeronderzoek naar het gebruik van en ervaringen met internet voor gezondheidsinformatie. Dit leverde een scriptie met veel informatie op, deels bekend, deels onbekend. De meest interessante uitkomst gaat over de waarde die de ondervraagden (N=321) aan het medium internet toekennen.
Uit de figuur blijkt dat de ervaring met online communities beter is dan die met huisarts of familie, vrienden en kennissen. Voornamelijk mensen met een chronische ziekte blijken online communities hoger te waarderen. Daarbij is er een relatie tussen de ernst van de ziekte en de waardering van de communities: hoe ernstiger de ziekte, des te lager de waardering voor de huisarts. Kortom lotgenotencontact, waarin ervaringen worden uitgewisseld worden meer gewaardeerd dan de gesprekken met de huisarts.

maandag 7 april 2008

Google Health of Microsoft Health Vault?

In februari 2008 is meer bekend geworden over het
Google Health EPD
; vijf maanden nadat Microsoft zijn Health Vault presenteerde. Craig Stolz vergeleek Microsoft HV met Google Health in de special bij The Washington Post van 11 maart. Naar het zich laat aanzien is Google Health meer een EPD dan Microsoft Health Vault. Dit laatste wordt eerder gezien als een Personal Health Information Platform. Google Health richt zich op het verzamelen en updaten van medische gegevens uit informatiesystemen van artsen, ziekenhuizen, e.d. Microsoft doet dit minder; vergeet niet dat MS zelf actief is met informatiesystemen van professionele organisaties in de zorg. Google Health is meer B2C gericht dan Microsoft Health Vault dat meer B2B gericht is. Het succes van Microsoft Health Vault zal dan ook meer afhankelijk zijn van de opstelling van deze organisaties in de zorg, dan het succes van Google Health dat meer afhankelijk is van de interesse van de zorgconsument.
Vince Kuraitis geeft een uitgebreide toelichting over de overeenkomsten en verschillen tussen Google Health en Microsoft Health Vault in zijn E-careManagement Blog.

zaterdag 5 april 2008

Internet EPD's toen en nu

Algemene implementatie van Elektronische Patiënten Dossiers zal ertoe leiden dat op de kosten van de gezondheidszorg bespaard kan worden. Internet heeft het EPD een nieuwe dimensie gegeven, mede omdat dit medium de zorgconsument de mogelijkheid biedt om zelf zijn of haar EPD te beheren.
In het jaar 2000 verschilden de meningen en strategieën van bedrijven die EPD’s aanboden, aanzienlijk. Een aantal bedrijven, zoals Healtheon/WebMD zagen de zorgconsument als degene die het EPD zou moeten aansturen. Door de grote mate van fragmentatie en incompatibiliteit van de informatiesystemen van zorgverleners en door het ontbreken van vergoedingen voor dit type toepassingen, verwachten zij weinig of niets van zorgverleners in dit opzicht. Voor hen zou het beheer van EPD’s voor hun patiënten meer lasten dan baten opleveren. Zij zetten daarom een internet-EPD in de markt, waarbij ze daarom voor de zorgconsument als beheerder kozen.
Anderen bedrijven, zoals Medscape zagen de arts als degene die het EPD moet beheren. Zij verwachtten dat de meeste zorgconsumenten daartoe niet in staat zouden zijn of hierin niet zouden geïnteresseerd zijn. Ook waren ze van mening dat zorgconsumenten gewoon niet over de informatie beschikten om dit te kunnen doen.

Sinds 2000 zijn de activiteiten op de markt toegenomen. Alleen al in de VS zijn er vele aanbieders van internet-EPD’s. Er zijn aanbieders van gratis EPD’s, zoals:
AboutMyHealth
Dr. I-Net
HealthButler
iHealthRecord
iValley
LifemastersOnline
MediCompass
My HealtheVet
myHealthFolders
MyMediList
Telemedical.com
TouchNetworks
VIA
WorldMedcard
ZebraHealth

En er zijn aanbieders van betaalde EPD’s, zoals:
AMESMyFile
Caregiver Alliance Web Services™
DrGlobe.com
Follow Me
Full Circle Registry
GlobalPatientRecord
Handymedical.com
Health Records Online
HealthCapture PHR
HealtheTracks™
Healthgram.com
HealthString
HealthTracer
IQHealth
I-trax
K.I.S. Medical Record Solutions
Laxor
LifeLedger
LifeSensor
Lynxcare
MedDataNet™
Medefile
Medical ID Card
MedicAlert
MediKeeper
MedNotice
My Health
MyLifeSaver
MyMedicalRecords.com
MyMedSafe
MyNetRecord.com
NoMoreClipBoard.com
OnlineMedicalRegistry
PatienTrak
People Chart
Personal MD
PHR4me
RelayHealth
Securemed
Synchart
TravHealth
VitalChart
WebMD Health Manager
Your Health Record


Dat wordt nog interessant met Microsoft Health Vault en Google Health.